Beelddenken
Het onderwijs sluit niet aan bij alle denkwijzen. De meerderheid van de mensen 95% leert auditief digitaal (via het gehoor).
Slechtst een kleine groep leert visueel. Beelddenken is vaak erfelijk, in een gezin is er vaak vader of moeder en een of meerdere kinderen met dezelfde manier van denken.
Deze groep heeft een bijzondere gave! Zij denken niet in woorden maar in beelden. Daarom wordt het lesmateriaal niet goed begrepen en onthouden. Vaak hebben beelddenkers een leerachterstand of denkt men aan dyslexie. Bijles helpt niet of nauwelijks omdat er dan nog meer schoolwerk op ‘foute’ wijze wordt aangeboden. Met de methode ‘ik leer anders’ wordt de lesstof vertaald naar een visuele manier van denken.
Beelddenken is de wereld beleven = Primair denk-proces
Woorddenken (taaldenken) is de wereld beredeneren = secundaire denkproces
Een kleine groep mensen blijft in beelden denken. De rechter hersenhelft blijft dominant. De linker hersenhelft kan een achterstand gaan vertonen. Dit hoeft niet maar als dit wel het geval is dan veroorzaakt dat leerproblemen.
Beelddenkers denken niet stap voor stap en in dezelfde volgorde zoals taaldenkers dat doen. Taaldenkers willen graag instructie en door oefenen en herhalen wordt de lesstof geautomatiseerd. Beelddenkers moeten eerst weten wat er van ze verwacht wordt, ze willen graag eerst het geheel zien (top down), dan kunnen zij zich daar een beeld bij vormen. Daarna moeten zij alle informatie verzamelen om te begrijpen hoe ze het einddoel kunnen bereiken. Dit kan een som zijn, een vraag bij begrijpend lezen maar ook bij geschiedenis of aardrijkskunde.